Over Jules

Als een rode draad loopt muziek door het leven van Julia van der Kleij (Bloemendaal, 1997). Van kleins af aan zingt ze, speelt ze piano, cello, én schrijft ze haar eigen muziek. De inmiddels in Amsterdam wonende artiest weet met haar opvallende stemgeluid steeds meer terrein te winnen en is tegenwoordig beter bekend als Jules.
Dat ze dit pad heeft gekozen was geen verrassing, gezien de centrale rol die muziek haar hele leven lang al inneemt. “Bij mijn ouders staat een piano waar we vaak onderdoor kropen. Op mijn zesde ben ik begonnen met pianolessen.” Muziek zit in de familie. Haar moeder zingt en speelt piano, en ook haar broer en zus hebben van jongs af aan een instrument leren spelen. “Wanneer we met z’n allen thuis zijn, maken we nog steeds muziek.” Als Julia acht is, stapt ze over naar cello. Tien jaar lang heeft ze les en ze speelt onder andere in het Kennemer Jeugd Orkest. “Op ‘More Than This’, het duet met Wulf, speel ik zelf de cello.” Ondanks haar vele muzikale talenten, is het haar unieke, soulvolle en krachtige stem die Julia tot Jules heeft gevormd. In combinatie met een moderne sound, ontstaat er iets nieuws, dat haar als artiest kenmerkt. ‘’Pop met een soulrandje’’, zoals ze het zelf beschrijft. Als 18-jarige komt Julia in Amsterdam wonen. Ze wordt lid van een studentenvereniging, waar ze in de huisband zingt en speelt. “Ieder jaar organiseren we met andere verenigingen een songfestival. Voor het songfestival werd in de studio van Jochem Fluitsma een zelfgeschreven nummer opgenomen. Producer Jens Munnik is onder de indruk van haar stem en ook studiobaas Fluitsma hoort haar zingen. “Hij gaf me nog een complimentje toen we elkaar tegenkwamen bij het weggaan.” Beide heren willen meer horen van Julia en vragen haar of ze wat muziek kan opnemen en doorsturen. “Ik heb op de piano het nummer ‘Ain’t Nobody’s Business’ van B.B. King dat ik coverde denk ik wel honderd keer opgenomen voor ik het naar ze stuurde, zo perfectionistisch ben ik.” Het werpt zijn vruchten af: Jens belt Julia op om een nummer op te nemen, en het balletje begint te rollen Zo wordt ze gekoppeld aan Wulf, die in Jules de geschikte partner vindt voor een duet, ‘More Than This’, waar hij een vrouwenstem voor zoekt. Het klikt en alle partijen besluiten samen te werken om Jules naar een hoger plan te tillen. In een rap tempo ontwikkelt ze zich als artiest, en maakt ze een grote groei door. ‘’Ik ben op zoek gegaan naar wie ik nu echt ben en ik leer mezelf steeds beter kennen.’’ Ook live gaat het hard, en treedt ze steeds meer op. Zo stond ze tijdens de tour van Wulf in het voorprogramma en begint het podium inmiddels als een thuishaven te voelen voor de zangeres. De ervaringen die ze opdoet, vertaalt ze naar haar eigen nummers. “Baby It’s Over schreef ik zelf en is ontstaan toen ik ontzettend veel liefdesverdriet had. Er kwam een melodie in me op, en die moest ik gewoon kwijt.’’ Het is het eerste eigen nummer van de zangeres dat is opgenomen en uitgebracht. “Ik werd ‘s nachts wakker en realiseerde me dat mijn vriendje er echt niet meer was.’’ Er ontstaat in haar hoofd direct een idee, dat ze met haar telefoon opneemt en in de weken daarna uitwerkt op de piano. “Dat doe ik vaker, je schrikt echt als je ziet hoeveel memo’s er op mijn telefoon staan met flarden van liedjes.” Naast haar passie voor muziek, houdt Julia van creëren in de breedste zin van het woord. Ze heeft een voorliefde voor architectuur en bouwkunde en tekent van jongs af aan schilderijtjes en karikatuurtjes, die bij haar ouders aan de muur hangen. ‘’Dat creeëren, dat is echt waar ik blij van word. Dat wil ik altijd blijven doen.” De muziekstijl van Jules (pop met een soul-randje), komt voort uit genres en artiesten die haar inspireren.“Zelf luister ik heel graag naar oude soul, gospel, jazz en blues.’’ Gecombineerd met moderne popmuziek, weet ze haar ‘signature sound’ te vinden. ‘’Uiteindelijk wil ik natuurlijk dat zoveel mogelijk mensen mijn muziek horen.’’ Haar dromen wil ze waarmaken, en ze schuwt niet om hier alles voor te doen. ‘’Je moet altijd dingen proberen die je eigenlijk niet durft. Daarna durf je altijd een beetje meer. En als je de kans krijgt, dan moet je die grijpen.”

Covers